Een literaire catwalk. Het klinkt vreemd, als het laatste nieuwe lokkertje van Karl Lagerfeld. Dat was het echter niet, want de ontwerpers van dienst waren Teigetje & Woelrat, twee vleesgeworden romanpersonages met een eigen kledinglijn, die besloten dat de decadentie op het Boekenbal Gods toorn nu wel genoeg gewekt had, m.a.w. dat er eindelijk eens paar schrijvers nuchter de rode loper mochten worden opgestuurd. Een literaire catwalk dus.
Ook ondergetekende mocht zich vanmiddag in Spui25 in de uiterst originele kleren van het ontwerpersduo hijsen. Eerst werd er vooral gedold, maar vanaf het moment dat het publiek aanwezig was, heerste er plots een ongeziene spanning in de backstage. Daar stonden we dan, een bont allegaartje aan schrijvers in nog bontere jongenskleren. In een oogwenk werden decennia aan podiumervaring getransformeerd tot een zenuwachtig schoolklasje. Gezichten stonden strak, giechellachjes werden onderdrukt, duimen krampachtig opgestoken, eenieder verzekerde de ander ‘dat hij/zij vast niet zou struikelen’. Stiekem hoopte je natuurlijk van wel, zodat jij niet de enige zou zijn.
Netjes schoven we aan in de rij, de temperatuur onder de jasjes stijgend met elke collega die de zaal inliep en niet op zijn bek ging. We riepen de god der okselvijvers aan om het komende halfuur aan zijn eigen bestaan te twijfelen, zochten een nieuw zwaartepunt wegens de stijf van de haarlak staande kapsels, dronken sloten water en hoopten alleen maar dat er royaal kalmeermiddelen tussen de borrelnootjes waren gemengd.
Maar Gode zij geprezen, want alles verliep voorspoedig. Niemand maakte de voorziene struikeling, niemand kreeg de geplande hartaanval, niemand kreeg een Dode Zee onder zijn of haar oksels. Vanitas, vanitas, alles vergeefs. Of zoals Gerard zou zeggen: de werkelijkheid herken je aan haar onwaarschijnlijkheid.