‘Hé, lieve poes, wat is er aan de hand?’
‘Niks.’
‘Jawel, je bent boos, ik zie ’t aan je oren.’
‘Niet.’
‘Jawel. Wat is ’r?’
‘Nou, ik voel me gewoon een beetje op m’n staart getrapt. Eerlijk gezegd.’
‘Door wie?’
‘Door jou… Iedere week lees ik je blogjes op m’n i-Cat, best leuk, en nou zag ik vorige week opeens dat je Belinda in je stukje had gezet… met een foto d’r bij! Terwijl je mij nog NOOIT op je blogs hebt gezet en ik jou ALTIJD goeie verhalen vertel!’
‘Het was er gewoon nog – ’
‘Ik weet ALLES! Van alle poezen hier in de straat! Van de hele stad! Ik zou iedere dag wel tien blogs kunnen vullen met grapjes en avonturen!’
‘Oké, sorry… Mag jij mij voor m’n komende blogbeurt een verhaal vertellen. Zolang ’t maar geen nefaste roddelpraatjes zijn, want dan trap ik je net zo lief meteen compleet tot moes, Poes.’
‘… ’
‘Begin maar.’
‘Ja, JEETJE!… dat had je wel even van te voren mogen bedenken… nu overval je me als een gek… Ja, JEETJE! … Ik ben opeens SUPERZENUWACHTIG!’
‘Haal maar even rustig adem. Wil je een schoteltje melk?’
‘ECHT NIET!’
Poes Loes
Je kent Poes Loes wel hè? Die Poes die bij die balletlerares woont… Oké… dit verhaal gaat over haar… Komt ie… Er was eens een Poes en die heette Loes en die woonde bij mevrouw Garriga… gewoon hier in Utrecht… Nou, Poes Loes hing altijd een beetje in en om ’t huis van mevrouw Garriga… Maar omdat ’r in ’t centrum zoveel auto-inbraken werden gepleegd, besloot Loes iedere dag zolang mogelijk op ’t dak van de auto van haar bazin te blijven zitten… of bazin… van haar huisgenote… Nou, dat ging hartstikke goed… Loes lag de hele dag lekker op de Peugot en als ’r dan studenten langskwamen of vandalistische junks, dan zette ze haar rug op en begon enorm te blazen… GGGG, GGGG… Maakten die boefjes meteen dat ze wegkwamen, dat begrijp je… Voor jouw auto tien andere hoor… Maar: iedere poes soest weleens weg… vooral in ’t voorjaar… Dat gebeurde Loes ook… twee weken geleden… En terwijl Loes zo’n beetje op de Peugot lag te deinebollen, stonden twee Poolse autodieven ’t portier open te breken… Loes herinnerde zich later dat ze nog even had gedacht: hé, wat een vreemd geluid… maar in haar slaap dacht ze half en half dat ze gewoon binnen op haar rode kussentje lag en dat ze mevrouw Garriga hoorde die aan ’t aanrecht een blikje Tom Poes open stond te schroeven… Dat lawaai kwam natuurlijk door ’t geweld waarmee die Polen het portier van die Peugot open stonden te klussen… Op klaarlichte dag! En Loes gewoon doorpitten!… Die Polen kregen die ouwe bak van Garriga zo aan de praat en vervolgens zijn ze, vermoedelijk via Keulen en Praag, naar Priotsky gereden… En Loes maar doormeuren! Kun je nagaan! Die Polen reden met honderdvijftig kilometer per uur van Utrecht naar Priotsky… meer dan duizend kilometer snelweg… en al die tijd lag Loes in een derdegraads coma op ‘t dak!… Welterusten Loes! Moehahaha!… Achteraf realiseerde ze zich dat ze in haar slaap mest had geroken en koffiebranderijen en dennenbossen en dat ze had gedroomd dat ze keihard door de velden rende en de wind als ijswater door haar vacht spoelde… het was al helemaal donker toen ze wakker werd… De auto stond op een parkeerplaats achter een supermarkt… Papiertje onder de ruitenwisser: NA SPRZEDAZ (‘te koop’). Poes Loes sprong van ’t dak op de motorkap op de kinderhoofdjes en ging op zoek naar iets te eten… Dagen zwierf ze tussen de vakwerkhuisjes en kroegjes… ze maakte nieuwe vrienden onder de zwerfkatten op ’t marktplein… Via de kat van een buurtwinkeltje hoorde ze uiteindelijk dat ’r vanuit Priotsky ’n busje Poolse vrouwen zou vertrekken om in Nederland aardbeien te gaan plukken… Die Poolse poes heeft ’r toen de weg gewezen naar de parkeerplaats en daar is Loes gewoon in de bus gesprongen om zich onder de bank te verstoppen… Toen de bus in de buurt van Utrecht bij een pompstation stopte, is Loes naar buiten geglipt… ‘t laatste stukje heeft ze gelopen… Ze was nog geen week weggeweest en toch hingen d’r op alle lantarenpalen in de buurt posters met haar foto d’r op… GEZOCHT… hahaha!… zij helemaal trots!… En mevrouw Garriga en Poes Loes? Die leefden nog lang en gelukkig. EINDE.
‘Wat ’n mooi verhaal hè?… Vind je ’t niet prachtig?… Wat een avontuur!… En wat een grappige humor! Hahaha! Gaaf hè? Vind je ’t niet ongelooflijk!’
‘Het is een –’
‘Meestal kletst Loes zwaar uit d’r nek, maar dit is allemaal gegarandeerd 100% echt gebeurd… Ze is al dagen terug en d’r vacht ruikt nog steeds naar dat Poolse uiendorp… heeft ze me zelf verteld…’
‘Ik vind ’t een heel leuk verhaal, Poes. Ik ga het ’t komend weekeinde intikken en dan zet ik ’t maandag op de blog.’
‘Wauwie, hahaha!’
‘Heeft mevrouw Garriga al een nieuwe auto?’
‘Ja, een Citroen. Maar die is zo nieuw dat Loes ’r niet op mag zitten, anders beschadigt ze de lak. Hé… ga je al weg? Waar ga je naartoe?’
‘Dat gaat je geen zak aan.’
‘Ah?’
‘Ik ga even ’n kopje koffie drinken bij Orloff. Croissant met jam, Volkskrant.’
‘Krijgt m’n blogje ook een soundtrack?’
Tirade – found footage.
Soundtrack: Everybody wants to be a cat – The Aristocats.
Volgende week: Vergeven of vergelden? David Foster Wallace en de moraal. Een praktijkvoorbeeld.
Noot
De ondertitel van dit stukje is een knipoog naar de regel ‘Wat ertoe doet leerde ik van paarden’ uit Marjolijn van Heemstra’s jongste bundel MEER HOEF DAN VOET (2014, p.10). Twee gedichten uit die bundel verschenen eerder dit jaar in Tirade. Het liefdesgedicht Wat was dit al met al een overdreven zomer (MHDV, p.46) vind je, met andere regelafbrekingen, in Tirade 454 (p.64). Het gedicht Metafoor (Tirade 452; p. 97, Winternachtenspecial) is in de bundel het rechterpaneel van een tweeluik geworden (Pitaya, MHDV p.42); in de eerste strofe van het gedicht heeft Van Heemstra een paar kleine ingrepen gepleegd (veranderingen, verwijderingen) t.o.v. de tijdschriftversie.