Het Vlaamse weekblad Knack komt met de resultaten van een enquête naar de Nederlandse waardering voor de Vlaamse literatuur. Mij hadden ze gevraagd naar een boekentoptien. Desgevraagd mailde ik ze dit lijstje:
Buysse, Tantes, Streuvels, Het leven en de dood in den ast, Van de Woestijne, Het vaderhuis, Van Ostaijen, Nagelaten gedichten, Elsschot, Kaas, Walschap, Houtekiet, Gilliams, Elias of Het gevecht met de nachtegalen, Boon, De Kapellekensbaan, Michiels, Het boek alfa, Claus, Het verdriet van België.
Knack noemt als de tien populairste Vlaamse auteurs in Nederland: Tom Lanoye, Dimitri Verhulst, Hugo Claus, Louis-Paul Boon, Erwin Mortier, Willem Elsschot, Herman Brusselmans, Kristien Hemmerechts, David van Reybrouck en Annelies Verbeke. Drie klassieken, zeven modernen.
Dat Buysse, Streuvels, Van de Woestijne, Walschap en Gilliams zijn geëclipseerd, is jammer maar begrijpelijk. Voor lezers die weglopen met Lanoye, Verhulst en Brusselmans bestaan ze eenvoudig niet. Ivo Michiels leeft nog, maar is al te zeer verbonden met het steendode Andere Proza. Elsschot blijft onverwoestbaar. Maar waar is de ooit zo populaire Paul van Ostaijen gebleven?
Intussen heb ik spijt dat ik geen melding heb gemaakt van Patricia de Martelaere. Anderhalf jaar na haar dood is die hard op weg de meest onderschatte Vlaamse auteur van de laatste halve eeuw te worden.