Boris was jarig. Aan een tafeltje bij het raam in Hoi Tin op de Zeedijk wachtten Arie en ik op de lange man met de rugtas. Boris is altijd laat, en na twintig gedeelde jaren kunnen we het nog steeds niet laten de vriendschap per sms op te zeggen als we weer eens op hem moeten wachten.
Hij reageert hier nooit op. We bestelden. Boris kwam binnen, zette zijn rugtas neer en veegde zijn haar uit zijn gezicht. Arie en hij zouden straks naar de film gaan, naar Blade Runner, en ik vroeg me af waarom ik daarvoor geen vrij genomen had.
Dat is mijn rol: degene die moet werken en grote delen van het feestje mist.
We worden ouder. Ik bedacht voor de zoveelste keer dat ik later niet mijn werk zou missen, maar juist dit soort dingen: samen naar de film.
Na meer dan vijf jaar is onze vriend Gijs er nog steeds heel erg niet als we samen een feestje hebben. Voor zijn dood waren we altijd met zijn vieren. Er zat een evenwicht in de relatie. We zijn een tafel met drie poten, nu.
Nieuwe vrienden hebben we, sterke banden met recentere mensen, maar het gemak waarmee wij samen kunnen zijn ken ik bij niemand anders.
De laatste tijd kijk ik op een andere manier naar ons. Alsof ik oud ben en terugdenk aan deze momenten. Zo waren we. Dit waren we voordat al die andere dingen ook nog gebeurden.
“Have I ever told you how precariously balanced I feel?” schreef A.M. Homes. “As though my existence can be revoked at any moment.”
Hoe ouder ik word, hoe meer die woorden kloppen. De blijdschap van nu is vooral een blij zijn dat het er allemaal nog is. Dat klinkt droevig, maar het gevoel wordt er ook dieper van.
Na de lunch keek ik ze na, mijn vrienden. Halverwege de middag kwamen de appjes binnen: Boris en Arie met cognac. Boris en Arie met popcorn en een 3-D bril.
Vandaag viert mijn zoon Nadim zijn zesde verjaardag. Er komen klasgenootjes naar ons huis en een paar uur lang zal de eerste vorm van vriendschap om me heen razen. Het soort vriendschap dat oneindig lijkt, waar nog geen afscheid in besloten ligt.
Hoe mooi ik dat ook vind: ik ben meer gaan houden van het soort vriendschap dat me blij, maar ook verdrietig maakt.
____________________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.