Pam Emmerik heeft vierduizend Facebookvrienden. Die heeft ze gelukkig niet meegenomen naar de door René Daniëls en Emmerik herself beschilderde espressobar van Museum Boijmans (R’dam). De teksten en beelden op de muren zijn zo intens dat wie in dit café een glas Spa rood bestelt, na het eerste slokje mag zeggen: jezus, pittig bakkie!
Rond de millenniumwisseling was ik een gretig lezer van de essays die Emmerik publiceerde in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad; ik vond haar stukken net zo meeslepend als die van Wolkers en Tepper. Op een maandagochtend nam ik een krantenstuk van haar mee naar het reclamebureau waar ik werkte als copywriter om het te laten lezen aan een art director. De rest van de ochtend zaten we te discussiëren en te dromen over de verdwijnende grenzen tussen kunst en niet-kunst. Die uren schreven we op het account van de meest kapitalistische klant die het bureau had: een investeringsbank.
Van Emmeriks teksten, tekeningen en persoon gaat hetzelfde vrije, onbekrompene uit als van Oliviero Toscani, de Italiaanse fotograaf en campagnemaker. Hij was afgelopen woensdag te gast in de Balie (A’dam). Het woord dat hij het meest gebruikte in zijn lezing en tijdens de discussie met het publiek was ‘vrijheid’. Freedom. Toscani liet zijn werk zien, ontregelde het publiek (‘Ben je zanger? Zing je vraag dan maar.’), vertelde een paar anekdotes. Maar interessanter was dat zijn blik, stem en houding een ronduit agressief verlangen naar vrijheid overbrachten. Laat mij doen met eigen vuur / wat ik verkies, zo lang ik duur. Er zat een roofdier in de zaal – wie Toscani in de hoek probeerde te drijven, werd uitgelachen of kreeg een haal over z’n neus. Mocht je je trouwens afvragen waar Toscani zijn ideeën heeft leren vormgeven: hij doorliep de Bauhaus Academie in Zürich.
Als Pam en ik het over Toscani’s beeldtaal hebben – we zitten al een uur of twee te ouwehoeren – stelt ze voor nog even via het prentenkabinet naar de spiegelkamer van Yayoi Kusama te lopen. Spiegelende wanden, een vloer vol gestippelde, fallische textiele objecten. Prachtig, grappig. Als ik hurk om één van de stoffen piemels van de vloer te rapen – lijkt me een leuk valentijnscadeau voor mijn vriendin, weer es wat anders dan een bosje bloemen (of eigenlijk precies hetzelfde, zou Freud zeggen) – houdt Pam me tegen. En terecht.
————–
Volgende week: tja, het zou wel strijdig zijn met thema en strekking van dit stukje om hier iets in te vullen.
P.S. Een interview met Pam Emmerik, door Jeroen Vullings vind je: hier. Een kritisch verslag van het Toscani optreden: daar.
Beeld: Toscani.