Lulu, ik kende haar vooral uit de gelijknamige opera van Alban Berg, maar daarbij stond de muziek het nogal in de weg haar beter te leren kennen. Het oorspronkelijke toneelstuk van Frank Wedekind, dat ik zag in een uitvoering van Toneelgroep Oostpool, maakt dat een stuk makkelijker. Lulu is een vrouw die elke man moeiteloos om haar vinger windt, en ze vervolgens te gronde richt. Of dat doen ze zelf. Ze is een mens met beestachtige kenmerken, maar desondanks toch een mens, zo zegt ze zelf. ‘Das wahre Tier, das wilde, schöne Tier/Das – meine Damen – sehn Sie nur bei mir,’ of het publiek daar wel een beetje doorheen wil kijken.
Ze is hardvochtig als ze haar nieuwe echtgenoot – haar vorige is net bezweken – Schwarz over het randje van de dood helpt. Deze schilder is intens burgerlijk maar erkent dat zelf niet. Integendeel, hij overschat zichzelf grandioos in dat opzicht. Lulu legt de vinger op de zere plek en bespeelt hem door zijn idee van huwelijkse trouw en liefde aan de leiband overhoop te rotzooien. Hij krijgt te horen dat zij als meisje ‘elke avond tussen twaalf en twee’ aan de bar te vinden was. ‘Zonder ondergoed,’ zoals Wedekind in de eerste versie schreef (en opgediept door Hannah van Wieringen, die de tekst bewerkte). Een hoertje dus, en dat trekt Schwarz niet. In het besef dit niet zijn soort huwelijksgeluk is maar er niets meer aan kan veranderen, ‘guillotineert’ hij zichzelf met een scheermes.
Toevallig ging ik laatst ook naar Spring Awakening, de musical van Wedekinds Frühlings Erwachen. De pubers in deze Kindertragödie willen sommige opzichten hetzelfde als Lulu: de heersende kleinburgerlijke moraal van een weerwoord voorzien. En daarom staan vol lef de acteurs van de Studenten Toneelvereniging Amsterdam (STA) veelal in alleen ondergoed op het toneel. Door de ouders in het stuk, en de kerk, en de school, is wat de jongeren willen verboden: de ontdekking van seksualiteit vegen de opvoeders gemakzuchtig onder het tapijt. De geldende verhoudingen beginnen te schuiven (of moeten veranderen), als een paar spetterend ontwaakte scholieren zich op deze ontdekkingsreis begeven.
Net als de musicalversie is het originele stuk uit 1891 een aanklacht tegen volwassenen, hun onderdrukking van het kroost, kleinburgerlijkheid en schijnheilige houding. Het begint allemaal met de onschuldig klinkende vraag van protagoniste Wendla, die vraagt: ‘Warum hast du mir das Kleid so lang gemacht, Mutter?’ Daarmee vervat Wedekind in één zin grotendeels de strekking van het toneelstuk. Nieuwe tijden breken aan, al ver voor de minirok van de jaren zestig. Maar er moet meer op de schop, want op een vanzelfsprekende manier krijgen ook alle aan ontluikende seksualiteit verwante onderwerpen hun plaats. Wedekind pakt de taboes en vooroordelen van zijn tijd allemaal mee, inclusief man-vrouwverhoudingen, natte dromen, seksuele fantasieën, masturbatie en homoseksualiteit. Een van de jongens, Moritz, is zo geïndoctrineerd met de opvattingen van zijn tijd, dat deze nieuwigheden hem fataal worden. Hij jaagt zichzelf een kogel door zijn kop en wordt zo een martelaar.
Nu zou ik verwachten dat er tegenwoordig geen behoefte meer is aan vooruitstrevende voortrekkers in moreel opzicht. Iedereen die de jaren zeventig heeft meegemaakt zal over Spring Awakening zeggen: schon gesehen, niets nieuws onder de zon. Alleen ligt dat voor jongere generaties ingewikkelder, want inmiddels zijn die conservatiever dan ik zou denken. Ongetwijfeld is het niet zo erg als in de late negentiende eeuw, maar de algehele vertrutting die is er – probeer maar eens een willekeurig hierboven genoemd onderwerp met ze aan te snijden. Om die tendens te keren was er bijna vijftig jaar geleden Hair; vandaag de dag kunnen we een musical als Spring Awakening heel goed gebruiken, want het is wel weer mooi geweest met die nieuwe burgerlijke preutsheid.
Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds drie jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet