Geld representeert de schuld die de samenleving aan je heeft.
Gevonden geld bevredigt meer dan verdiend geld, gestolen geld korter dan verdiend geld.
Tijd duurt het langst wanneer je per uur betaald wordt. Je kunt je leven dus verlengen. Mensen zonder uurtarief schrikken als ze hun uuropbrengst berekenen en vinden bijna altijd dat ze meer waard zijn.
De markt heeft een geweldig zuiverende absoluutheid: je bent niet meer waard dan er voor je betaald wordt.
Als inkomen gekwantificeerde waardering is, kan een loonstrook aanvoelen als een schouderklop of als een trap na.
De waarde van geld neemt af naarmate je er meer van hebt, de zorgen nemen af tot aan een bedrag van rond de 80.000 euro per jaar, daarna nemen de zorgen weer toe.
Grootfilantropen hebben een intrinsiek antidemocratische overtuiging.
Een rijk man verdient in zijn pauze meer dan de arme man in de pauze van dezelfde lengte; dat is beter betaald nietsdoen.
Plotseling – tijdelijk – rijk zijn verandert je uitstraling en sex appeal.
Er zijn mensen op deze wereld die 4 modale jaarsalarissen verdienen met de royalties op een kerstnummer uit1974.
Het interessantst zijn de rijken die het niet tonen en de armen die het niet tonen. Zichtbaarheid van aan- of afwezigheid van geld is dus aanstootgevend.
Van een aow uitkering uit Nederland kan je vorstelijk leven in India.
De overweging dat je een huis zou moeten bezitten is sterk cultureel bepaald.
In onze cultuur is het zo lastig je eraan te onttrekken, dat veel mensen tussen de 30 en 45 per saldo met weinig anders bezig zijn.
Boeren en adel zijn vanouds gelijkelijk aan land gebonden.
Je kunt niets bezitten wat niet in je broekzak past.
Geld voor taart met slagroom bevredigt meer dan geld voor een auto, omdat we aan steppen ontsproten dieren zijn: vet dat je binnen hebt voelt beter dan kilometers die je nog moet maken.
Ambtenarensalarissen zijn een relatief onzichtbaar maatschappelijk nivelleringsmiddel. Een grote overheid = welvaartsverdeling.
Bezuinigers kunnen niet op zichzelf bezuinigen.
Een etentje voor iemand betalen levert meer op dan het kost.
De curve van persoonlijke welstand door het leven heen en de curve voor lichaamsgewicht lijken erg op elkaar.
Rijken verwarren geld met intelligentie, armen verwarren geld met brutaliteit.
Boeken waarin mensen opeens rijk worden verkopen beter.
Mijn mooiste geldbezit was een briefje van 250 euro in 1990.
Hoop is de grote aanjager voor gokkers. Een uur in een gokhal maakt duidelijk dat je sommige dingen aan mensen niet kunt zien.
Met contacloos betalen zijn we nog maar een kleine stap verwijderd van de Grote Goede Geest die Weet Waar Iedereen Recht op Heeft.
Tijdelijke grote rijkdom in verband met wisselkoersen resulteert in aanvankelijke euforie, en vervolgens een gevoel van walging.
‘Talenten’ als een Bijbelse gewichtseenheid voor goud is een profetisch vertaalprobleem gebleken.
Arme mensen lachen meer.
Ik heb twee jaar schuld afbetaald op elk jaar dat ik gestudeerd heb.
Er stond geen ‘gefeliciteerd’ onder de brief die stelde dat ik ermee klaar was.