Ik had een keer een discussie met een docent over de functie van literatuur, zoals iedere aan zichzelf twijfelende schrijver dat wel eens heeft. Ik zei dat ik literatuur een behoorlijk nutteloos fenomeen vond- ik was ergens kwaad over denk ik.
‘Maar ik lees boeken als troost,’ zei mijn docent, ‘dan heeft het toch nut?’
Niemand anders doet zoiets, dacht ik.
De laatste tijd help ik veel vreemden met dingen sjouwen. Fietsen, tassen, kinderwagens, vuilniszakken. Zolang ik niks hoef te zeggen, doe ik voor iedereen mijn uiterste best. Ben je verward, emotioneel of uitgeput: ik draag je tassen drie trappen omhoog, maar ik ga geen goed gesprek met je voeren. Ik tref ook wel eens mensen die geen praktische hulp nodig hebben, maar om een of andere reden onbedaarlijk zitten te huilen op een treinbankje. Daar doe ik niks voor, al zou ik soms wel willen dat ik dat kon.
Op de middelbare school was ik onderdeel van een behoorlijk hecht vriendengroepje, maar als iemand huilde, hield ik afstand. Er waren mensen in die groep die goed konden omgaan met jankende mensen. Als de persoon in kwestie weer enigszins aanspreekbaar was, kwam ik langs en vertelde ik anekdotes over irrelevante dingen. Mijn ouders kwamen een keer thuis van een vakantie met een design-eier-ontdopper. Er is een straat in Amsterdam-Noord die Melkweg heet en ik ben benieuwd of ik de enige ben die daar ooit van in de war is geraakt. In Denemarken spoelen heel veel kwallen aan. In feite wil ik mensen troosten door ze zomaar wat te vertellen.
Er zijn talloze films en series waarin ook gejankt wordt in het openbaar, maar dat zijn vaak hele subtiele momenten. Een man loopt alleen over straat en realiseert zich dat hij de liefde van zijn leven op een vliegtuig naar Tuvalu heeft laten gaan en dat hij haar nooit meer gaat zien. En dat rolt er één traan over de wang van de geëmotioneerde en daar blijft het bij.
In de film Whiplash zit een scene waarin de hoofdpersoon ten overstaan van een complete jazzband wordt uitgescholden door zijn docent. Hij begint met een subtiele traan, maar dan zegt zijn dirigent: ‘Are you one of those single tear people?’. De traan escaleert tot een huilbui waarbij de hoofdpersoon wordt gedwongen om heel hard te roepen dat hij overstuur is. Het is beschamend, zoals publieke huilbuien vaak beschamend zijn. En dichtbij iemand komen die zich schaamt heeft iets gevaarlijks, net als dichtbij een gewond dier komen. Die geef je geen boek als troost. Daar vertel je niks tegen.
—
Marjolein Takman (1991) schrijft voornamelijk proza. Ze studeerde onlangs af in Creative Writing met een novelle. In 2014 stond ze in de finale van Write Now, en ze droeg voor op diverse podia. Verder heeft Marjolein de ambitie om een boek te schrijven dat je wervelend zou kunnen noemen.