Vorige week maandag fietste ik door de stad. Het was nog vroeg. In het halfduister stuitte ik op een wegblokkade. Het waren klimaatactivisten. Toen ik later terugfietste waren ze er nog, de politie was juist begonnen aan een charge. Op het Museumplein mocht wel gedemonstreerd worden en daar verzamelden zich ook steeds meer mensen. Er werden liederen gezongen, op het reclamebord van de toeristenwinkel stond een aandoenlijk kartonnetje. ‘Ik ben depressief’ stond er. En op de achterkant: ‘en dat zou u ook moeten zijn’.
Ik dacht: depressie is inmiddels een collectieve staat van zijn. Want de wereld is kapot en de zwaarte van het bestaan is alom tegenwoordig.
Toch klonken de liederen eerder strijdbaar dan depressief. Ik dwaalde rond en dacht: waarom zijn hedendaagse personages (in literatuur en theater) zo vaak antihelden? Verrassend veel literaire helden willen niks, doen niks en zijn niks. Ze zijn zwarte gaten waar alles in verdwijnt.
Op het protestbord van een man die er uit zag als midden twintig stond ‘Ik sta hier voor mijn dochter’. Zijn nagels waren zwart en blauw gelakt, op zijn buik hing een baby in een draagzak.
Vanaf de rand van de fontein dacht ik: natuurlijk is een depressie op individuele basis nog steeds heel akelig, dat is niet veranderd. Wel anders is de manier waarop erover wordt gesproken en geschreven. Deze generatie klimaatactivisten duikt vol in de depressie.
Of nee, dat gebeurde altijd al. Ook in de kunst. Maar nu duiken we overal vol in. Vol er in en dan verzuipen. Want de wereld is stuk en er is geen zicht op een betere toekomst. De horizon is verdwenen achter bosbranden en smog.
Of nee, het is volledig verzuipen én volledig relativeren. Zwelgen zonder zelfspot is zo passé. Kijk bijvoorbeeld naar de theatrale concerten van theatermaker Naomi Velissariou. Onder de veelzeggende titel Permanent Destruction maakte ze The SK-concert (naar Sarah Kane) en The HM-concert (naar Heiner Müller). Het is schitterende doodsdrift zonder begin en einde. Zonder horizon en aangrijpend mooi. De Volkskrant schreef: ‘doodsdrift als uiting van ultieme levenslust’.
Dus zelfs doodsdrift en levenslust kunnen hand in hand gaan. Maar wat als zelfs de dood niet langer een opluchting is? Ik hing rond de saamhorig zingende klimaatactivisten en voelde tegelijk hoop en wanhoop voor de toekomst. Misschien is de nieuwe stip aan de horizon tweeledig.
Uit deze depressieve niksigheid wordt namelijk iets opgebouwd. Een nieuwe poging. Dat hopeloze, zware zwart lijkt gebieden aan elkaar te plakken die ooit elkaars tegenpolen waren. Het is niet langer ‘handelen versus niet-handelen’, of ‘man versus vrouw’ maar ‘en’. Depressie én humor, zwartgalligheid én zelfrelativering. ‘To be or not to be’ is inmiddels ‘to be and not to be’ geworden. Deze activisten schrijven samen, meerstemmig, een nieuwe monoloog voor Hamlet, voor de antihelden van deze tijd.
Berthe Spoelstra (1969) is dramaturg van Frascati Theater. Recent kwam haar debuutroman Schemerland uit (Van Oorschot 2019). Voor Tirade schrijft ze over theater en literatuur.