Pierre Bergounioux (1949) werkte als docent moderne literatuur en heeft een twintigtal publicaties op zijn naam staan. Zijn literaire debuut, de roman Catherine, verscheen in 1984 bij Gallimard in Parijs, waar ook het merendeel van zijn overige werk verscheen. In ons land lang onopgemerkt gebleven, verschenen tot dusver twee van zijn romans in onze Franse Bibliotheek: Dat waren wij (C’était nous, 1989) en De komst van de tijd (Miette, 1995), beide in de vertaling van Marianne Kaas.
Veel van Bergounioux’ personages zijn kinderen die zien en horen voordat zij weten en begrijpen, of volwassenen die door hun verbondenheid met de natuur aan de signalen van hun zintuigen genoeg hebben om zich te redden als zij in levensgevaar verkeren. Met zijn poëtische weergave van deze ‘ongedeelde’ ervaringen en een beeldende en directe stijl oogstte Bergounioux bij kritiek en lezers veel waardering.
In 2005 verscheen de vertaling van Bergounioux’ (roman-)tweeluik Ce pas et le suivant (Deze stap en dan de volgende) en La maison rose (Het roze huis), eveneens van de hand van Marianne Kaas.
Zie ook www.editions-verdier.fr.
Dat waren wij
Vertaald door Marianne Kaas
Wie herinnert zich niet uit zijn eigen kindertijd hoezeer zelfs de kleinste dingen deel leken uit te maken van een magisch universum, waarin alles verwondering wekt en nog niets vanzelf spreekt?
In Dat waren wij beschrijft Pierre Bergounioux de hechte jeugdvriendschap tussen de verteller en zijn neef Michel, de wij uit de titel, die jarenlang hun schoolvakanties samen doorbrengen op het platteland aan de oevers van de rivier de Dordogne.
Het verlaten landschap waarin de jongens rondzwerven, lijkt zich in een voortdurende staat van verandering te bevinden: de rivier murmelt met bijna menselijke stem, onder haar ondoorgrondelijk oppervlak gaan vreemde watermonsters schuil, tussen de bladeren van het struikgewas worden vurige ogen zichtbaar, uit de half vergane kadavers van dieren steekt al wit en spookachtig het skelet. Optrekkend als een hechte tweeëenheid proberen de vrienden de natuur stuk voor stuk haar geheimen te ontfutselen. De roman eindigt met de verdrijving uit het paradijs waarmee de volwassenheid gepaard gaat.
Het ritmisch proza van Bergounioux brengt de lezer in een roes, waarin hij de schoonheid van Dat waren wij fysiek ondergaat.
‘Een van de mooiste boeken die ik dit jaar las. Frankrijk heeft ook in deze tijd wel degelijk grote schrijvers.’
– Trouw