Annejet van der Zijl is schrijver en historica. Ze debuteerde in 1998 met Jagtlust en is sindsdien een van de meest gelezen auteurs van ons land, bekend van internationale bestsellers zoals Sonny Boy en Fortuna’s kinderen. Voor haar totale oeuvre ontving ze onder andere de Gouden Ganzenveer en de Amsterdamprijs voor de Kunst.
Daan Doesborgh
Daan Doesborgh (1988) is schrijver, vertaler en podcastmaker. In zijn Poëziepodcast interviewde hij een honderdtal dichters over hun werk en dat van anderen. Hij bereikte de halve finale van het WK Poetry Slam in 2011. In 2020 verscheen het door hem vertaalde Kraai van Ted Hughes, dat lovend werd ontvangen. Behalve een veelgevraagd podiumdichter is hij oud-redacteur van Propria Cures en redacteur van Tirade.
Ayaan Abukar
Ayaan Abukar heeft politicologie en Law & Politics of International Security gestudeerd aan de Vrije Universiteit. Na een korte carrière als beleidsmedewerker maakte ze de overstap naar de journalistiek, met speciale focus op Afrika en migratie. Ze was als journalist en programmacoördinator verbonden aan Vice Versa. Daarnaast heeft ze als programmamaker bij de Rode Hoed gewerkt. In mei 2019 was ze gastcolumnist voor de Volkskrant. Ze is werkzaam als hoofd programma en marketing bij de Rode Hoed, Felix Meritis, De Nieuwe Liefde en het Compagnietheater.
Shi Tiesheng
Shi Tiesheng (1951–2010) is een van China’s meest geliefde prozaïsten. Helder, filosofisch en menselijk, zo luiden de veelgehoorde typeringen van zijn werk, waarin het beschouwende en het verhalende samengaan. Notities van een theoreticus, uit 1996, geldt als zijn magnum opus.
Dorien Dijkhuis
Dorien Dijkhuis (1978) is schrijver, dichter, journalist en essayist. Ze publiceert regelmatig in literaire tijdschriften en werkt in verschillende projecten samen met kunstenaars uit andere disciplines zoals musici, tekenaars en digitale makers. In 2019 verscheen haar debuutbundel Waren we dieren.
Imre Kertész
De Hongaarse schrijver Imre Kertész (1929–2016) overleefde de Holocaust en ontwikkelde zich, als schrijver van het onbeschrijflijke, tot een groot Europees vertolker van de ervaringen met het naziregime. In 2002 werd hem de Nobelprijs voor Literatuur toegekend. Zijn Onbepaald door het lot geldt als een van de indrukwekkendste werken in de Holocaustliteratuur.
Ginevra Lamberti
Ginevra Lamberti (1985) is geboren in de grootste afkickkliniek van Europa, San Patrignano in Italië, die bekendstond om zijn communeachtige karakter, en opgegroeid in de vallei uit de titel. Ze schreef eerder twee romans, La questione più che altro en Perché comincio dalla fine, waarmee ze de prestigieuze Premio Mondello 2020 won. Haar werk is gepubliceerd in onder meer Brazilië, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Lamberti woont en werkt in Rome.
Alexander Baneman
Alexander Baneman (Amsterdam, 1986) publiceerde eerder in Tirade, De Revisor en De Parelduiker. Met De schim van Raamswolde debuteert hij als romancier.
Fitzroy Maclean
Fitzroy Maclean (1911–1996) was een Schots schrijver, militair en politicus. In de jaren dertig werkte hij op de Britse ambassades in Parijs en Moskou, waar hij het stalinisme van dichtbij meemaakte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog onderbrak hij zijn carrière om in het leger te dienen, onder meer in het Midden-Oosten en toenmalig Joegoslavië. Na de oorlog besteedde hij naast zijn werk in de politiek veel tijd aan het schrijven.
Peter-Paul de Baar
Peter-Paul de Baar (1952) is historicus en journalist. Hij is medeoprichter en bestuurder van het Theo Thijssen Museum in Amsterdam en was hoofdredacteur van het historisch maandblad Ons Amsterdam. Met Rob Grootendorst bezorgde hij het verzameld werk van Theo Thijssen.
Mensje van Keulen
Mensje van Keulen werd op 10 juni 1946 geboren in Den Haag als Mensje Francina van der Steen, roepnaam Mennie. Van 1969-1973 maakte ze deel uit van de redactie van Propria Cures, waarvoor ze literaire en politieke cartoons tekende en korte verhalen schreef. Hierna maakte ze acht jaar deel uit van het literaire tijdschrift Maatstaf. In 1969 werd haar eerste korte verhaal gepubliceerd in Hollands Maandblad. Haar debuut Bleekers zomer verscheen in 1972. Met de woorden ‘Dit is het’ begon de eerste jubelende recensie (door K.L. Poll in NRC Handelsblad) van deze roman, die sindsdien vele malen werd herdrukt en inmiddels tot de klassiekers van de Nederlandse literatuur wordt gerekend. Ze schreef niet alleen romans en verhalen voor volwassenen die op meerdere long- en shortlists stonden, maar ook enkele kinderboeken, waarvoor ze o.a. een Zilveren Griffel en de Nienke van Hichtumprijs ontving. Voor haar verhalenbundel Ik moet u echt iets zeggen won ze de J.M.A. Biesheuvelprijs (2021). Naar aanleiding van haar moeders dood verscheen het autobiografische Olifanten op een web (1997). Tot haar non-fictiewerk behoren eveneens drie dagboekdelen die de jaren 1976-1983 omspannen. Haar gehele oeuvre werd bekroond met de Annie Romeinprijs (2003), de Charlotte Köhlerprijs (2011) en de Constantijn Huygens-prijs (2014).
Martien van Agtmaal
Martien van Agtmaal (1976) studeerde industrieel ontwerpen en Nederlands. Hij is werkzaam als illustrator en redacteur bij De Optimist en De Nieuwe Garde. Van Agtmaal publiceerde eerder in Sintel, op Tijdschrift Landauer en Hard//Hoofd. Het objectief is zijn debuutroman.
Het objectief werd genomineerd voor de Anton Wachterprijs en de Hebban Debuutprijs.
Uit het juryrapport van de Anton Wachterprijs 2024:
‘Martien van Agtmaal beschrijft in Het objectief in een fonkelende, filosofische en geheel eigen taal een beweging, een voortgang zonder duidelijk doel, een koude tocht die alle kanten uitwaaiert. Een roman dus die over alles en niets gaat. Maar kun je een tekst waarvan je niet uit kunt maken of die nu utopisch of dystopisch is zo omschrijven? Natuurlijk niet. Voor in het boek van Van Agtmaal staat een motto van Gerrit Krol: ‘Een stad is eigenlijk niet meer dan de verdichting van een aantal bewegingen die zich dagelijks herhalen’. Een debutant die uit niets iets kan maken en die in staat is om een dergelijk motto nu eens niet alleen maar pretentieus te laten klinken, maar de lezer vol genot van de eerste tot de laatste bladzijde op de uitwerking ervan te trakteren, die moet je koesteren.’