Stefan Zweig (Wenen 1881 – Petrópolis 1942) woonde lange tijd in Salzburg maar verhuisde in 1933, nadat de nationaalsocialisten de macht hadden overgenomen, naar Londen. In 1936 werden zijn boeken in Duitsland verboden en verbrand. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam hij de Britse nationaliteit aan. Via New York, Argentinië en Paraguay kwam hij in 1940 in Brazilië terecht, waar hij in 1942 samen met zijn vrouw zelfmoord pleegde.
Fantastische nacht en andere verhalen
De mooiste novellen van de grootmeester, in een geweldige nieuwe vertaling
Stefan Zweig kwam uit een welgestelde, niet-religieuze Joodse familie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij als
oorlogscorrespondent, wat hem een grote afkeer van die oorlog bezorgde. Hij werd uiteindelijk dan ook ontslagen. Als geëngageerde intellectueel keerde Zweig zich tegen het nationalisme en bracht hij zijn idee van een geestelijk verenigd Europa naar voren. Hij schreef verhalen, drama’s, novellen en historische romans en was in de jaren twintig een van de meest succesvolle en bestverkopende Duitstalige schrijvers.
Zweig is een meester in het genre van de korte verhalen
en novellen, waaraan hij dan ook zijn grote roem dankt. Geheel in de geest van zijn tijd spitste zijn belangstelling
zich toe op de psyche van de mens, en dan vooral op de meer aberratieve aspecten daarvan.
In deze grote bundeling, schitterend vertaald door Ria van Hengel, zijn maar liefst achttien hoogtepunten opgenomen, waaronder De onzichtbare verzameling, ‘Brandend geheim’, ‘Fantastische nacht’, ‘Angst’, ‘Boekenmendel’, ‘Brief van een onbekende’ en uiteraard zijn wereldberoemde ‘Schaaknovelle’.