[zonder titel]

Toen ik hem van u vertelde

van uw aanhoudend aanhoren

luisterde mijn vader zwijgend

haalde hij zijn schouders op.

 

Niet uit onverschilligheid

laat staan uit ergernis –

verontschuldigend veeleer.

 

Zijn zwijgen sinds zijn coma –

rivier die ’s nachts een verdronken broer

stroomafwaarts draagt.

 

Hij werd zo stil dat toen hij stierf

hij eerder vermist was dan dood.

 

Heeft u hem alsnog verrast met uw bestaan –

Zijn mond open gebroken –

Hersens aangesloten aan zijn tong –

Hem aangehoord, zoals ik hem vertelde

dat u mij, zo ik eens zweeg –

 

Zwijgt hij sindsdien tot u vrijuit –

Uit: Willem Jan Otten, Gerichte gedichten